Dreven en bomenrijen zijn opvallende landschapselementen die sterk het uitzicht van het landschap bepalen. Dreefbomen onderhouden is niet zo eenvoudig, maar wel erg belangrijk voor de gezondheid van de bomen en de veiligheid voor de mens. Een goed beheerschema kan gemeenten hier zeker bij helpen.
Dreefbomen vroeger en nu
Reeds in de eerste helft van de 16e eeuw werden de eerste dreven in Vlaanderen aangelegd. De term “dreef” betekende oorspronkelijk “brede weg waarlangs het vee gedreven wordt”, afgeleid van het werkwoord “drijven”. Later ontstond hieruit de betekenis “weg met bomen erlangs”. Ook het Meetjesland was een zeer boomrijke regio: nagenoeg elke weg was met bomen geflankeerd. Dit is niet verwonderlijk aangezien hout zeer gegeerd was en dus overal bomen werden geplant om er munt uit te kunnen slaan. Tot de 19e eeuw waren wilg, grauwe abeel en olm de belangrijkste soorten. Beuk en zomereik werden traditioneel gebruikt als boomsoort in kasteeldreven. Lindendreven zijn zeldzamer, maar eveneens typisch voor toegangsdreven tot boerderijen, landgoederen en kerken of kerkhoven.
Met de introductie van de Canadapopulier op het eind van de 18e en het begin van de 19e eeuw werd het Meetjeslandse landschap geleidelijk door deze soort gedomineerd. De verscheidenheid aan soorten ging stilaan verloren.
Vandaag staan de opgaande bomenrijen onder druk. Vooral de ooit zo aanwezige populieren verdwijnen uit het landschap. Er worden echter wel inspanningen gedaan om deze trend om te keren, historische dreven worden beschermd en op verschillende plaatsen worden nieuwe dreven aangeplant. In 2020 plantte het Regionaal Landschap Meetjesland zo ook 133 dreefbomen aan.
Het belang van dreven en bomenrijen
Hoewel dreefbomen vroeger werden geveld voor hun houtopbrengst, is de economische waarde van deze bomen zeker geen hoofdfunctie meer. Als belangrijke elementen voor de landschappelijke structuur met een grote belevingswaarde hebben ze wel nog steeds een grote mensgerichte rol. Net als de andere houtige landschapselementen zijn dreven en bomenrijen erg interessant voor de natuur. Deze natuurwaarde is het grootst bij oude en inheemse bomen. Naast het belang van de dreefbomen zelf – als voedsel- en nestgelegenheid voor vogels, insecten en zoogdieren – hebben deze lijnvormige landschapselementen een belangrijke functie om natuurhotspots met elkaar te verbinden. Tenslotte, vervullen de bomen ook een luchtzuiverende, geluidsdempende en hitteverzachtende rol.
Naar meer en beter onderhouden dreefbomen
Het beheer van dreven en de investering die dit vraagt is erg afhankelijk van de levensfase van de bomen. Omdat dreefbomen meestal langs een weg staan, moet er in de jonge stadia regelmatig een begeleidingssnoei worden uitgevoerd om de vrije doorgang mogelijk te maken. Eens de gewenste takvrije stamlengte bereikt is neemt de beheerintensiteit af en moeten de bomen gewoon af en toe gecontroleerd (en eventueel gesnoeid) worden voor de veiligheid. Wanneer de bomen echter heel oud worden neemt de controlefrequentie weer toe en moet ook vaker een veiligheidssnoei worden uitgevoerd.
Om een goed beheer te plannen, moeten ze eerst in kaart worden gebracht. Dit doen we door ze digitaal te inventariseren. Dit is een tijdrovend werkje dat ons toelaat passende beheerschema's op te stellen voor gemeentelijke groendiensten.
Daarnaast geven we ook een overzicht van de mogelijkheden voor nieuwe aanplantingen. In 2020 werkten we in drie gemeenten aan bomenplannen: Aalter, Evergem en Assenede. In Aalter inventariseerden we alle bomen (4021 stuks) op het openbaar domein in deelgebied Knesselare, bepaalden we het eigendomsstatuut van elke boom en stelden voor de openbare bomen een digitaal beheerplan op.
Voor Evergem namen we eerst 148 km bermen onder de loep. Om de gemeente een onderbouwd advies voor het aanplanten van nieuwe laanbomen te kunnen bieden, namen we karakteristieken op zoals bermbreedte en aanwezigheid van nutsleidingen. In 2021 inventariseren we de bomen langs deze wegen en maken we een boombeheerplan op.
We begeleidden Assenede ook dit jaar verder in de opmaak van hun boombeheerplan. Hierbij bepaalden we de mogelijkheden om nieuwe bomen aan te planten op basis van de procedure die voor Evergem werd ontwikkeld.