Vleermuizen zoeken in de zomer plaatsen om hun jongen groot te brengen. Uit onderzoek blijkt dat kerkzolders hiervoor erg in trek zijn. Maar welke soorten vleermuizen vinden we vooral terug op de Meetjeslandse kerkzolders?
Meestal zijn vleermuizen zeer moeilijk waar te nemen op een zolder omdat ze zich erg goed kunnen verstoppen. Een goeie manier om te weten of ergens vleermuizen huizen is op zoek gaan naar uitwerpselen. Deze vleermuizenkeutels verschillen van die van ratten en muizen doordat ze gemakkelijk verpulverd kunnen worden. Tijdens de zomer van 2017 en in het vroege najaar werden er op aansturen van Hélène Quidé (RLM) vleermuizenkeutels verzameld op Meetjeslandse kerkzolders door de zoogdierenwerkgroep van Natuurpunt en geanalyseerd door het Instituut voor Natuur- en Bosonderzoek (INBO).
Dankzij DNA-analyses weten onderzoekers nu exact in welke kerk welke soorten voorkomen.Er werden op 11 kerkzolders in totaal vier soorten gevonden. Meestal ging het om de gewone (bruine) grootoorvleermuis en de gewone dwergvleermuis, maar ook de ruige dwergvleermuis en de laatvlieger wonen graag op deze zolders.
10 van de 17 vleermuissoorten die momenteel in Vlaanderen voorkomen zijn ernstig bedreigd, vooral door de grote lichtvervuiling, het verminderde aantal insecten en het verdwijnen van rustplekken. Het onderzoek toont ons dat we dus in de zomerperiode de kerkzolders best ongemoeid laten zodat we de vleermuizen en hun kroost niet storen.
Het onderzoek werd mogelijk gemaakt door de financiële steun van de provincie Oost-Vlaanderen.