Regio Meetjesland telt enkele prachtige bossen maar scoort op het vlak van bebossing minder goed dan de rest van Vlaanderen. Daarom ondersteunen wij initiatieven waarbij bossen worden aangeplant. De Meetjeslandse bossen en andere natuurgebieden zijn gelukkig beschermd door Vlaanderen en Europa... en daar werken wij graag aan mee!
Ook in het Meetjesland komen planten en dieren voor die specifiek zijn voor de streek. Denk maar aan diverse amfibieën, vogelsoorten, bijen en vleermuizen!
Wij werken aan soortbescherming door aandacht te besteden aan hun biotopen zodat deze diersoorten niet uit het Meetjesland verdwijnen.
Alle hens aan dek voor onze ‘boerennatuur’ en onze akkervogels, want het gaat niet goed met de akkervogels in Vlaanderen. De Veldleeuwerik ging in 20 jaar maar liefst 95% achteruit! Met de andere akkervogels is het al niet veel beter gesteld.
Door de jaren heen hebben veel poelen hun functie als veedrinkplaats verloren en verdwijnen ze uit het Meetjeslandse landschap. Naast de intrinsieke landschappelijke waarde vormen deze karakteristieke kleine landschapselementen ook waardevolle biotopen voor amfibieën, oever- en waterplanten, maar ook voor vogels, libellen, ...
Behalve de bekende honingbij zijn er bij ons meer dan 150 soorten ‘wilde bijen’. De meeste leven niet in een kolonie (solitair) en zijn daardoor ook niet agressief. Veel wilde bijen graven zelf een gangetje in de grond, andere gebruiken bestaande gaatjes.
Regio Meetjesland is zeer divers en ook rijk aan enkele bossen. Het Drongengoedbos is onder andere het grootste aaneengesloten boscomplex in Oost-Vlaanderen. Daarnaast vinden we in het Meetjesland het Provinciaal Domein het Leen, de Lembeekse bossen en de Kwadebossen, Keigatbos, Kallekesbos, Reesinghebos, Torrebos en Zegbroek-Kattenbos.
Het Meetjeslandse krekengebied blijft nog altijd een belangrijk broedgebied voor de Bruine kiekendief. Het INBO (Instituut voor Natuur en Bosonderzoek) heeft hier al enkele jaren een project om de jongen te wingtaggen, zendertjes te bevestigen bij een aantal vogels, het trek- en foerageergedrag te bestuderen.
De kerkuil komt aan zijn naam door zijn associatie met kerken, nog steeds hun favoriete broedplaats. Vroeger joeg dit witte spook dat de nacht doorkliefde met een ijzingwekkende schreeuw de mensen de stuipen op het lijf. Nu is het een geliefde kerk- en schuurbewoner dat op zeer efficiënte wijze komaf maakt met muizen in de omgeving.
Een aantal natuurgebieden uit onze regio zijn extra beschermd door Vlaanderen en Europa. In deze ‘habitatgebieden’ leven dieren en planten die elders nog maar weinig plek vinden. De habitatgebieden zijn deel van het Europese ‘Natura 2000 netwerk’, met bijhorende natuurdoelen om hen verder uit te breiden en te versterken.
Ieder voorjaar ontwaken amfibieën uit hun winterslaap en gaan op weg naar hun voortplantingspoel. Om een veilige oversteek te garanderen wordt de Drongengoedweg tijdens de piekmomenten van de trek dan ook afgesloten voor alle verkeer.
Rond maar weinig vissen in onze Europese wateren hangt zoveel mysterie als rond de Europese paling. Over de voortplanting was lange tijd zeer weinig geweten.
Een poel of ‘put’ was oorspronkelijk een drenkplaats voor het vee. Nu onderhouden en graven we nieuwe poelen om hun landschaps- en natuurwaarde. Heel wat amfibieënsoorten vinden er hun thuis.
Bij soortgerichte acties worden concrete impulsen gegeven om meer en betere leefplaatsen te bieden en bestaande biotopen te bewaren, te verbinden en te verbeteren voor typische fauna en flora in het Meetjesland.
Steenuilen zijn sterk gelinkt aan kleine landschapselementen. Met de teloorgang van het landschap en omvorming tot eentonige akkers en weiden, hebben steenuilen het steeds moeilijker om broedgelegenheid en voedsel te vinden.
Bunkers en kerkzolders vleermuisvriendelijk maken of hoe samenwerking loont! Kerkfabrieken, pastoors, de bunkerbeheerders/eigenaars, ANB, Waterwegen en Zeekanaal, Natuurpunt, JNM en RLM sloegen de handen in elkaar en ijverden voor bescherming van de leefruimte van vleermuizen in het Meetjesland. Aandacht ging vooral naar de kraamkolonies op kerkzolders, winterverblijfplaatsen in bunkers en ecologische verbinding met de bosgebieden.
Vlinders zijn naast frivole fladderaars ook belangrijke bestuivers van bloemen. Ze zijn verzot op nectar en die vinden ze in bloemen. Volwassen vlinders zijn niet zo kieskeurig en drinken nectar van verschillende bloeiende inheemse plantensoorten. Rupsen daarentegen, voeden zich maar met één of enkele soorten.
Niet enkel aan vleermuizen, maar ook aan andere zoogdieren wordt gedacht in het Meetjesland.
Zwaluwen: klein, frivool maar dapper! Iedereen vindt zwaluwen schattige vogeltjes, met hun smokingpakje en hun druk gekwetter. We weten ondertussen ook dat het niet goed gaat met deze lentebodes die elke dag duizenden insecten verorberen. Hun achteruitgang heeft verschillende oorzaken: zowel de lange Afrikareis om te overwinteren, als de veranderingen in de landbouwactiviteiten, het verminderde voedselaanbod en het gebrek aan geschikte nestlocaties. Water in de buurt is ook onontbeerlijk voor de nestbouw.